Veiligheidsadviezen

De baby veilig laten slapen

De volgende adviezen kunnen helpen om de baby veilig te laten slapen en bij de preventie van wiegendood.

Leg een baby altijd op de rug te slapen

Dit is de veiligste slaaphouding. De baby ligt zo met het gezichtje vrij. Leg een baby vanaf de geboorte altijd in rugligging te slapen. Draai een baby bij eventuele secundaire buikligging weer op de rug. Als een baby zichzelf vlot om en om kan draaien, kan de baby zelf zijn slaaphouding bepalen.

Gebruik de eerste twee jaar een babyslaapzak of een deken met lakentje

Kinderen die jonger zijn dan twee jaar slapen het veiligst in een babyslaapzak of onder een deken met een lakentje. Een babyslaapzak is veilig wanneer deze goed past en de hals- en armsgaten goed aansluiten. De pluspunten van een babyslaapzak zijn:

  • Een kind kan niet met zijn hoofdje onder het beddengoed terecht komen;
  • Jonge baby’s rollen minder gemakkelijk om van de rug naar de buik;
  • Een kind zich niet bloot kan woelen;
  • Een kind kan moeilijker uit bed klimmen.

Slaapt een baby zonder slaapzakje, maak het dekentje en lakentje stevig en kort - voetjes tegen het voeteneinde - op. Bekijk ons instructiefilmpje voor het opmaken van het babybedje.

Gebruik de eerste twee jaar geen dekbed

Een dekbed kan veel te warm zijn voor een baby en het kind kan zich gemakkelijk onder of in het losliggend beddengoed wurmen. Dit kan de ademhaling belemmeren. Een deken in een dekbedhoes kan wel, maar dan moet de deken even groot zijn als de hoes. De dekbedhoes moet groot genoeg zijn, zodat deze aan de onder- en zijkanten minimaal tien cm onder het matras kan worden ingestopt. De hoes moet goed sluiten. Maak net als bij gebruik van een dekentje en lakentje het bedje kort op - voetjes tegen het voeteneinde.

Leg een baby te slapen in een wieg of kinderledikant

Dit is de veiligste slaapplek. Zet het bedje het eerste halfjaar zo dicht mogelijk bij het ouderlijk bed. Houd ook overdag enig toezicht tijdens het slapen. Samen met een kind in één bed slapen, is zeker in de eerste vier maanden een risicofactor voor wiegendood. Het kind kan het te warm krijgen door het dekbed, tussen matrassen bekneld raken, uit bed vallen of met zijn gezichtje tegen kussens aandrukken. Bovendien kan een slapende ouder op het kind rollen. Het risico neemt toe als ouders roken, hebben gedronken, medicijnen of drugs hebben gebruikt, erg vermoeid of gestrest zijn of overgewicht hebben.

Leg een kind niet vast in bed

Een kind kan zich vastdraaien. Gebruik een babyslaapzak. Dit maakt het moeilijker voor een kind om zich op de buik te draaien en het houdt een kind lekker warm. Probeert een kind uit het ledikant te klimmen, dan kunnen de spijlen eruit worden gehaald of men kan een laag kinderbed aanschaffen. Een zachte ondergrond wordt geadviseerd voor het geval het kind uit bed valt.

Kleed een baby niet te warm

Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Een baby heeft het warm genoeg als zijn voeten of nek aangenaam aanvoelen. Zorg dat de temperatuur van de babykamer tussen 16°C -18°C is. Dek een kind bij koorts minder warm toe dan gewoonlijk. In de warme zomermaanden is deze temperatuur vaak niet te realiseren en zal wat hoger liggen. Dit is helemaal niet erg, houd hier echter wel rekening mee bij het aankleden en het toedekken van een kind.

Houd een baby vrij van rook

Dit geldt niet alleen in huis, maar ook onderweg (in de auto) of als men ergens anders op bezoek is. Ventileer regelmatig de kamer waar je baby slaapt, ook als men niet rookt.

Zorg voor een veilig bed

Gebruik een wieg of bedje, waarvan de zijwanden ventilerend zijn. De spijlafstand moet tussen de 4,5 en 6,5 cm zijn. Kies een stevig en goed passend matras. Te zacht of afsluitend beddengoed, zoals een hoofdbeschermer, kussen, kussenachtige knuffels, stabilisatiekussens, zeiltje en waterbed, kan de ademhaling belemmeren.

Verstoor zo min mogelijk rust en regelmaat

Stel een baby niet onnodig bloot aan vermoeienissen en stress. Dit verstoort het slaapritme van een baby.

Geef uw baby borstvoeding en gebruik een fopspeen

Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding het risico op wiegendood verlaagt. Dit geldt ook voor een fopspeen. Echter adviseren wij een fopspeen niet omdat je dan de honger signale van de baby kunt missen en er tepel-speenverwarring zou kunnen optreden. Bij flesvoeding kan wel meteen een fopspeen worden gegeven. Meer informatie over veilig slapen en een veilige leefomgeving voor je kindje vind je op Veiligheid.nl.

Kruiken

Bij het gebruik van metalen kruiken zijn veiligheid en het voorkomen van brandwonden heel belangrijk. Daarom is het belangrijk dat je op de volgende punten let:

  • Bevat de dop een rubberen binnendop en is die nog in goede staat? Vervang het rubber of de hele dop indien nodig.
  • Is de kruik beschadigd, zitten er roestplekken op of deuken in? Gebruik de kruik niet.
  • Is de schroefdraad beschadigd? Gebruik de kruik niet.
  • Controleer de kruik altijd eerst op lekken. Lekt de dop? Vervang de dop of de hele kruik.

Het gebruik van andere kruiken is op eigen verantwoordelijkheid.